N-VA ontdekt dat aanmaningsprocedure van OCMW nog steeds niet op punt staat!

Mensen kunnen bij het OCMW terecht voor tal van zaken. Financiële steun is daar één van.

Een belangrijk deel van deze financiële steun is bedoeld als tijdelijke ondersteuning. Die later moet worden terugbetaald. De maatschappelijke werkers van het OCMW doen in samenspraak met het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst, waar ons raadslid Els Poecks voor N-VA in zetelt, hun best om financiële steun op een correcte manier te verlenen. Terugvorderbaar of niet terugvorderbaar, dit wordt bekeken per cliënt. De terugvorderbare steun dient terug betaald te worden aan het OCMW. Maar niet iedereen is daartoe in staat of niet iedereen houdt zich aan de afspraak om deze steun terug te betalen.

In 2013 reageerde ons raadslid Nathalie Claes een eerste keer per mail naar de financieel directeur van het OCMW om aan te halen dat de mensen die een terugvorderbare steun genoten niet of niet tijdig werden aangemaand. Toen bleek dat er een aanmaningsprocedure ontbrak. Er werd vervolgens door ons raadslid een aanmaningsprocedure voorgesteld waar men mee aan de slag kon gaan.

In 2016 bedroeg het openstaand saldo van de terugvorderbare steun 900 000 euro. Een belangrijk deel hiervan, 360 000 euro, kon nooit gerecupereerd worden doordat er geen correct aanmaningsbeleid gevoerd werd door de gemeente.

Als oppositiepartij gingen we ervan uit dat men aan de slag ging met onze procedure. Helaas stellen we nu, in 2022, vast dat er nog steeds geen sprake is van een correcte opvolging van de aanmaningsprocedure.

Deze situatie is onaanvaardbaar ! Daarom zijn we een constructief gesprek aangegaan met de financieel directeur. Hij heeft ons beloofd om hier spoedig werk van te maken. Uiteraard houden we hier de vinger aan de pols. Het kan immers niet dat er na meerdere kritische reacties van onze kant nog steeds geen aanmaningsprocedure op punt staat. We houden jullie graag op de hoogte van het verdere verloop.

We vragen ons af hoeveel geld er dit keer verloren zal gaan door het gebrek aan een goede opvolging. Past dit in het plaatje van het zuinige beleid van onze burgervader ?